Een kus in het donker

De lange uren van zijn laatste werkdag leken nooit te eindigen. Joris onderdrukte een gaap terwijl hij op de liftknop drukte en wachtte tot de deuren opengingen. Hij was moe, het was laat, en het enige wat hij wilde, was thuiskomen en neerploffen op de bank. Toen de deuren opengeschoven waren, zag hij Bram al in de lift staan, zijn collega met wie hij de afgelopen maanden had samengewerkt. Ze knikten beleefd naar elkaar, zoals altijd.

Bram was altijd de serieuze en rustige van de twee. Hij droeg vandaag een strak zwart overhemd, zijn mouwen losjes opgerold, en zijn donkere haar was piekfijn in model. Waar Joris altijd op avontuur ging, bleef Bram liever op de gebaande paden, wat hun vriendschap soms moeilijk maakte. Joris had nooit verwacht dat Bram iets anders zou doen dan zijn routine volgen. Terwijl de liftdeuren zich met een zacht piepend geluid sloten, voelde Joris de spanning tussen hen toenemen.

De stilte tussen beiden was niet ongebruikelijk, maar het voelde vandaag anders, intenser. Joris voelde de aanwezigheid van Bram sterker dan normaal, alsof de ruimte plots nog kleiner was geworden. Hij haalde diep adem en vroeg zich af waarom hij nu pas echt opmerkte hoe dicht ze naast elkaar stonden.

“Het voelt alsof we afscheid nemen,” zei Bram, terwijl hij Joris aankeek met een blik die iets weg had van spijt.

Joris knikte instemmend, zijn stem onverwachts plagerig. “Probeer me niet te veel te missen.”

Net op dat moment drukte Bram, met een speelse grijns, op de noodknop van de lift. De lift stopte abrupt en de lichten flikkerden even voordat ze stil vielen. Joris keek verrast op. “Bram! Wat doe je?” Zijn hart sloeg een slag over. Bram, de altijd voorzichtige en kalme collega, deed dit?

Joris voelde een mix van verbazing en opwinding. Dit was zo totaal anders dan hij ooit van Bram had verwacht. Wat deed Bram? Was dit zijn manier om hun vriendschap een kans te geven? De spanning in de lucht voelde bijna tastbaar, en Joris kon niet helpen maar zich afvragen of dit de laatste kans was om iets te zeggen dat hij al zo lang wilde delen.

“Een klein moment voor ons tweeën,” zei Bram met een knipoog. “We hebben het recht om even te stoppen en te genieten van deze laatste rit.”

Ze stonden enkele seconden in het schemerdonker, het zachte geluid van hun ademhaling was het enige geluid dat ze konden horen. Joris kon Bram bijna voelen zonder hem aan te raken; de spanning tussen hen drong zich op. Joris was nog steeds in verwarring. Hoe kon iemand die altijd zo voorspelbaar was, plots zoiets gedurfds doen?

“Dit voelt te vroeg om afscheid te nemen,” zei Bram, zijn stem vol tederheid, en voordat Joris het wist, had hij zijn hand voorzichtig op Joris’ zij gelegd, als een uitnodiging om dichterbij te komen.

“Bram…?” fluisterde Joris, zijn adem stokte even. Hij was nog steeds volledig verrast door de plotselinge ommezwaai van Bram.

Nog voordat Joris het kon bevatten, voelde hij Bram's bijna fluweelzachte lippen op de zijne. Het was een voorzichtige kus, als een vraag in het donker. Een vraag die Joris beantwoordde zonder te aarzelen, hun lichamen nu nog dichter tegen elkaar drukkend, alsof ze beiden hadden gewacht op dit moment.

In die momenten van stilte werd het hen duidelijk dat hun afscheid misschien ook een frisse start betekende. En terwijl de lift nog steeds stilstond, kon Joris maar niet geloven dat dit echt gebeurde—dat Bram, van alle mensen, degene was die het eerste stapte in dit nieuwe avontuur.

Dit verhaal is voor het eerst verschenen als onderdeel van In de stilte van de sneeuw.

← Terug